Bamboe, een plant die veel voorkomt in het Oosten, speelt een belangrijke rol in de kunst, maar ook in de symboliek in die regio. De bamboetak is een kenmerk van de zachtaardige Kannon, de boeddhistische godin van de barmhartigheid.
De godin Kannon staat voor mededogen en wordt ook beschouwd als een van de meest aanbeden godheden in Azië en Japan, zowel in de oudheid als in de moderne tijd. De oorsprong van Kannon is nog steeds niet duidelijk, maar de meeste geleerden zijn het erover eens dat de aanbidding van Kannon in India begon rond de 1NS of 2nd eeuw na Christus. Daarna breidt het zich uit naar China, Korea en de meeste andere Aziatische landen.
In Japan symboliseert de bamboeplant jeugd en kracht, en het is eigenlijk in Japanse tatoeage dat het het vaakst lijkt te worden gebruikt. Het is onvergelijkbaar recht, stijgt naar de lucht, met gelijkmatig verdeelde knopen, en het is ook ongelooflijk sterk voor zijn gewicht. Samen met de pruim en de den is de bamboeplant ook een van de drie bomen met een goed voorteken.
Er zijn tal van opties voor bamboe-tatoeages, omdat ze de laatste jaren enorm populair zijn geworden, vooral onder degenen die door Zuidoost-Azië reizen.
Allereerst gaan we je wat achtergrondinformatie geven over de bamboe-tatoeagetraditie. Het meest voorkomende land waar je dit tattoo-ontwerp kunt krijgen, is Thailand, waar je de traditionele Sak Yant-tatoeages kunt vinden op veel mensen, gedaan door zowel tattoo-artiesten als monniken. En zelfs de beroemde actrice Angelina Jolie heeft er zo een. De kunst van het tatoeëren van bamboe gaat 3000 jaar terug tot de Khmer-periode, toen monniken religieuze teksten op zich lieten tatoeëren ter bescherming. Ook zouden soldaten naar de tempels gaan om een bamboe-tatoeage te krijgen, die zowel bescherming, kracht als onzichtbaarheid symboliseert.
Het maakt niet uit of je getatoeëerd wilt worden door een monnik of misschien ook in een tattooshop, je moet er altijd voor zorgen dat het veilig en schoon is.
Opmerkingen